Lievevrouwebedstro - Galium odoratum 50 zaden
Lievevrouwebedstro is een vaste, winterharde plant uit de sterbladigenfamilie.
De soort komt vrij algemeen voor in alle landen van Europa en in Klein-Azië, met uitzondering van Portugal en IJsland.
In België komt de soort vrij algemeen voor in beukenbossen en in Nederland vooral in Zuid-Limburg.
De plant bloeit in mei-juni met kleine, stervormige witte bloemetjes.
Lievevrouwebedstro blijft laag bij de grond en wordt zo'n 10 à 20cm hoog.
Via ondergrondse wortelstokken breidt de plant zich langzaam uit tot een tapijtje.
Een ideale bodembedekker dus!
De plant kan in half-zon of schaduw en doet het zelfs goed op plekken met hele diepe schaduw.
Een bijzonderheid van de soort is de geur van toffee, die de plant afscheidt.
Gedroogd ruikt het plantje naar vers hooi.
De oorsprong van de Nederlandse naam heeft ook met geur te maken: volgens een legende zou een moeder, wanhopig over haar niet-slapende huilbaby, over de velden hebben gestruind toen ze galium odoratum tegenkwam.
Ze plukte de bloemen, stopte die bloemen in het matrasje van de baby waarop, je raad het al, het kind sliep als een roosje.
Zaaien: lievevrouwebedstro wordt in september-oktober in de volle grond gezaad of buiten in een zaaibakje.
Na uitzaai licht bedekken met bladeren of tuincompost zodat een vochtig ontkiemingsbed wordt gecreëerd.
De ontkiemende plantjes in het voorjaar uitplanten.